Rise Up, My Love - Koormuziek op teksten uit het Hooglied
Programma
Jacobus Clemens non Papa (ca. 1510-1555) – Ego flos campi
Melchior Franck (ca. 1579 –1639) – Steh auff, meine Freundin
Tomas Luis de Victoria (1548-1611) – Vidi speciosam
Will Todd (1970) – Vidi speciosam
Giovanni Pierluigi da Palestrina (ca. 1525-1594) – Surge amica mea
Howard Skempton (1947) – Rise up, my love
Heinrich Schütz (1585-1672) – Stehe auf meine Freundin
Melchior Franck – Setze mich wie ein Siegel auff dein Herz
William Walton (1902-1983) – Set me as a seal upon thine heart
Orlando di Lasso (1532-1594) –Veni, dilecte mi
Ola Gjeilo (1978) – Northern Lights (Pulchra es amica mea)
Programmatoelichting
De gedichten uit het Hooglied (‘het mooiste lied’ in het Hebreeuws) zijn waarschijnlijk liefdesliederen voor bruiloftsfeesten. Ze bezingen de ideale liefde tussen man en vrouw. Het Hooglied wordt traditioneel toegeschreven aan Koning Salomo. De gedichten zijn vermoedelijk in de tiende tot de zesde eeuw voor Christus ontstaan en zijn later samengevoegd en bewerkt tot één boek.
Toen het Hooglied veel later een plaats kreeg tussen de Bijbelboeken werden er verschillende allegorische interpretaties aan toegekend. Zo werden de man en vrouw in de liefdespoëzie symbolen voor de relatie tussen God en het volk Israël of tussen Christus en de kerk. Ook werd de aanbeden vrouw verbonden met de maagd Maria.
Het Hooglied behoort tot de wereldliteratuur. De lyrische poëzie in dit boek bezingt de liefde, het verlangen en de schoonheid. Het zijn teksten met een sterke emotionele lading. Het is daarom niet verwonderlijk dat veel componisten juist deze teksten hebben getoonzet, vaak in muziek die even fraai en weelderig als de teksten zelf.
Voor dit programma hebben wij gekozen voor een bloemlezing uit dit repertoire met een aantal van de mooiste Hoogliedmotetten van componisten uit de renaissance (zoals Orlandus Lassus, Giovanni da Palestrina en Clemens non Papa), uit de barok (met Melchior Franck en Heinrich Schütz) en uit de twintigste en eenentwintigste eeuw (werken van William Walton, Howard Skempton, Will Todd en Ola Gjeilo).
Er klinken daarbij veelal paren van composities die gebaseerd zijn op dezelfde tekst waarbij we een oude muzikale zetting naast een nieuwere versie presenteren. Zo willen we laten horen hoe componisten van zowel lang geleden als van veel recenter datum hun muzikale inventiviteit hebben aangewend om deze bloemrijke teksten tot klinken te brengen.
Paul de Kok
Jacobus Clemens non Papa (ca. 1510-1555) – Ego flos campi
Melchior Franck (ca. 1579 –1639) – Steh auff, meine Freundin
Tomas Luis de Victoria (1548-1611) – Vidi speciosam
Will Todd (1970) – Vidi speciosam
Giovanni Pierluigi da Palestrina (ca. 1525-1594) – Surge amica mea
Howard Skempton (1947) – Rise up, my love
Heinrich Schütz (1585-1672) – Stehe auf meine Freundin
Melchior Franck – Setze mich wie ein Siegel auff dein Herz
William Walton (1902-1983) – Set me as a seal upon thine heart
Orlando di Lasso (1532-1594) –Veni, dilecte mi
Ola Gjeilo (1978) – Northern Lights (Pulchra es amica mea)
Programmatoelichting
De gedichten uit het Hooglied (‘het mooiste lied’ in het Hebreeuws) zijn waarschijnlijk liefdesliederen voor bruiloftsfeesten. Ze bezingen de ideale liefde tussen man en vrouw. Het Hooglied wordt traditioneel toegeschreven aan Koning Salomo. De gedichten zijn vermoedelijk in de tiende tot de zesde eeuw voor Christus ontstaan en zijn later samengevoegd en bewerkt tot één boek.
Toen het Hooglied veel later een plaats kreeg tussen de Bijbelboeken werden er verschillende allegorische interpretaties aan toegekend. Zo werden de man en vrouw in de liefdespoëzie symbolen voor de relatie tussen God en het volk Israël of tussen Christus en de kerk. Ook werd de aanbeden vrouw verbonden met de maagd Maria.
Het Hooglied behoort tot de wereldliteratuur. De lyrische poëzie in dit boek bezingt de liefde, het verlangen en de schoonheid. Het zijn teksten met een sterke emotionele lading. Het is daarom niet verwonderlijk dat veel componisten juist deze teksten hebben getoonzet, vaak in muziek die even fraai en weelderig als de teksten zelf.
Voor dit programma hebben wij gekozen voor een bloemlezing uit dit repertoire met een aantal van de mooiste Hoogliedmotetten van componisten uit de renaissance (zoals Orlandus Lassus, Giovanni da Palestrina en Clemens non Papa), uit de barok (met Melchior Franck en Heinrich Schütz) en uit de twintigste en eenentwintigste eeuw (werken van William Walton, Howard Skempton, Will Todd en Ola Gjeilo).
Er klinken daarbij veelal paren van composities die gebaseerd zijn op dezelfde tekst waarbij we een oude muzikale zetting naast een nieuwere versie presenteren. Zo willen we laten horen hoe componisten van zowel lang geleden als van veel recenter datum hun muzikale inventiviteit hebben aangewend om deze bloemrijke teksten tot klinken te brengen.
Paul de Kok