Henry Purcell & the Chapel Royal
William Child (1606-1697) - O Lord, grant the king a long life
John Blow (1648-1708) - Let thy hand be strengthened
Henry Purcell (1659-1695) - O God, thou hast cast us out
John Blow - Salvator mundi
Henry Purcell - I was glad
Henry Purcell- Save me, O God
John Blow - God spake sometime in visions
John Blow - Behold, O God our defender
William Croft (1678-1727) - Turn Thee, O Lord
Henry Purcell - O Lord God of hosts
William Croft - God is gone up with a merry noise
Henry Purcell - I will sing unto the Lord
Henry Purcell - My heart is inditing
mmv The Locke Consort en David Jansen (orgel)
Programmatoelichting
Vocaal Ensemble Multiple Voice bestaat dit seizoen dertig jaar en brengt daarom samen met barokensemble The Locke Consort en organist David Jansen een serie feestelijke concerten met muziek die gecomponeerd is voor de Engelse koningen. Centraal staat het werk van Henry Purcell (1659-1695) die met recht wordt beschouwd als de belangrijkste Engelse componist van de zeventiende eeuw.
Zijn kracht ligt in verrassende harmonische vondsten, krachtige tekstuitbeelding en ritmische finesse. Naast werken van Purcell hoort u muziek van andere componisten die verbonden waren aan de Chapel Royal: William Croft, John Blow en William Child.
Het gebruik om leden van het koninklijk huis te eren met muziek door zangers, muzikanten en componisten in dienst van de Chapel Royal stamde uit het begin van de regeerperiode van Charles I (1600-1649). Kroningen, verjaardagen en de terugkeer van de koning naar Londen na een verblijf elders waren de belangrijkste aanleidingen voor componisten van de Chapel Royal om nieuwe muziek te schrijven. In het programma hoort u twee grote werken voor koor, orgel en strijkers: My heart is inditing van Purcell en God spake sometime in visions van John Blow. De andere stukken zullen a cappella, met alleen orgel of met basso continuo uitgevoerd worden.
De teksten die de componisten hebben gebruikt, zijn vrijwel alle afkomstig uit het bijbelboek Psalmen. We zingen koningspsalmen waarin de koning wordt geëerd, lofpsalmen ter ere van God, een bedevaartspsalm over Jeruzalem, maar ook klaagpsalmen waarin de dichter of een volk klaagt hoe moeilijk en zwaar het leven is en waarin gesmeekt wordt om de hulp van God.
Henry Purcell (1659 – 1695)
Henry Purcell begon zijn loopbaan als koorknaap in de Chapel Royal. Hij kreeg compositielessen van John Blow (1649-1708). De hoeveelheid werken die Purcell in zijn korte leven bij elkaar componeerde is opmerkelijk: meer dan honderd anthems en services, theaterwerken, muziek bij meer dan veertig toneelstukken, ruim honderd wereldlijke liederen en duetten, meer dan veertig instrumentale werken en 24 odes en welcome songs. In alle genres toonde hij zich een meester met een enorme inventiviteit en groot vakmanschap. Misschien dat Dido and Aeneas en een aantal van zijn liederen hem het eerst bekend hebben gemaakt bij een groot publiek.
Ten tijde van de kroning van James II in 1685 was Henry Purcell ‘Keeper of the King’s Instruments and Organist of the Chapel Royal’. Voor deze kroning werden veel middelen beschikbaar gesteld en kon er voor een rijke bezetting gecomponeerd worden. Purcell componeerde twee nieuwe anthems voor deze dienst: I was glad en My heart is inditing.
Voor de binnenkomst van de koning en koningin schreef Purcell een nieuwe zetting van Psalm 122, I was glad when they said unto me. In deze bedevaartspsalm beschrijft de dichter zijn blijdschap over het binnentreden van Jeruzalem na jarenlange ballingschap. De opening van dit stuk is feestelijk met rijke harmonieën en accentuering van het woord ‘glad’. Bij het deel ‘O pray for the peace of Jerusalem’ verandert de stemming in een smeekbede. De anthem eindigt met een triomfantelijke finale waarbij de basstem het thema ’world without end’ in een gehalveerd tempo benadrukt.
In de groots opgezette verse anthem en koningspsalm My Heart is inditing pakt Purcell uit door gebruik te maken van koor, strijkers, orgel en een groot aantal verses in kleine, solistische bezetting. De dichter bezingt in deze psalm de pracht en kracht van de koning die gaat trouwen met een buitenlandse prinses. Het stuk is onder te verdelen in vier delen. Het opent met een welluidende ‘symfonie’ van strijkers waarna de mannen- en vrouwenstemmen stuk voor stuk geïntroduceerd worden met ‘My heart is inditing of a good matter’. De extravagantie van de kroningsceremonie wordt benadrukt door de prachtige harmonieën die Purcell gebruikt voor de verschijning van de koningin, ‘Her clothing is of wrought Gold.’
Het tweede deel, ‘She shall be brought unto the King’, begint met zes solisten, waarbij de drie onderstemmen de drie bovenstemmen beantwoorden.
Het dagelijkse werk van de koningin en haar dienaressen wordt eenvoudig bezongen en het deel eindigt positief en rijk geïnstrumenteerd als de koningin met ‘joy and gladness’ het paleis binnengehaald wordt.
Het derde deel begint melancholisch met ‘Hearken, O Daughter’ waarbij muzikaal beschreven wordt dat de koningin toch haar volk niet moet vergeten als ze kinderen heeft. In het laatste deel, ‘Praise the Lord, O Jerusalem’, klinkt weer een feestelijke stemming. ‘Alleluia’ en ‘Amen’ zijn de finale frasen die elkaar overlappen met contrasterende thema’s. Purcells anthem My Heart is inditing is onbetwist een meesterwerk, een kroning waardig.
Uit dezelfde periode stammen ook de verse anthems O Lord God of hosts en
O God thou hast cast us out. Dit zijn beide klaagpsalmen waarin de stem van het volk wordt verwoord. De dichter bidt tot God om het volk te hulp te komen en te redden uit de moeilijke oorlogssituatie waarin het zich bevindt.
I will sing unto the Lord is een vroege verse anthem van Purcell. Het is een lofpsalm waarin de dichter God prijst om de schepping van de aarde, de rivieren, de zeeën, de dieren en het verzorgen van al zijn schepselen. De anthem begint met een homofone lofzang en laat vervolgens een zesstemmig vers voor klein koor horen waarin over het lot van zondaars wordt gezongen. Met het volledige koor eindigt de anthem met de jubelende uitroep ‘Praise the Lord’.
De verse anthem Save me, o God is een vroeg werk van Purcell. In deze tekst uit psalm 54 klaagt David over de situatie waarin hij verkeert. Hij is verraden en bidt tot God om gered te worden van de vijanden die zijn leven bedreigen. Uniek voor deze anthem is de wisseling in toonsoort als ondersteuning voor de inhoud van de psalm: het grootste deel van het stuk is geschreven in G mineur. Het finale koordeel is daarentegen in G majeur om te onderstrepen dat God David heeft gered.
John Blow (1649 - 1708)
John Blow is de andere grote componist in ons programma. Hij is het meest bekend om zijn anthems, waarvan hij er meer dan 100 schreef. Hij werd organist van Westminster Abbey in 1668 en later aalmoezenier en koormeester van de Londense St. Paul's Cathedral. Koning Charles II benoemde hem tot lid van de Chapel Royal. In 1677 verleende Canterbury hem de doctorsgraad in de Muziek.
Blow was de leermeester van onder anderen William Croft en Henry Purcell.
Hij stond rond 1680 zijn post als organist van Westminster Abbey aan Purcell af uit respect voor diens meesterschap. Qua stijl is Blow vaak met Purcell vergelijkbaar, zij het iets zwaarder en met een sterkere nadruk op de basso continuo. Blow heeft steeds in de schaduw van zijn leerling Purcell gestaan.
Blow componeerde zijn anthem God spake sometime in visions voor de troonsbestijging van James II in 1685. Het is een formidabel groots werk in acht delen voor koor, strijkers, orgel en solostemmen. Deze anthem is gebaseerd op psalm 89, een koningspsalm. De dichter schrijft over Gods belofte om voor eeuwig trouw te zijn aan zijn verbond met David.
Het werk vertoont Blows typerende hang naar excentriciteit en grillige melodielijnen die ook Purcell niet vreemd was. Het werk opent met een korte symfonische introductie en een breed uitgesponnen koordeel. Het moet één affect oproepen: koninklijke grandeur. Bij het eerste vers, ‘I have found David my servant’, dat in kleine bezetting gezongen wordt, introduceert Blow een driedelig ritme dat mooi contrasteert met het tweedelige ritme van de opening. Zodra het hele koor weer zingt keert de componist naar een tweedelig ritme terug. Deze afwisseling in twee- en driedeligheid bij de overgang van verse naar tutti herhaalt Blow een aantal keren. De openingssymfonia wordt aan het eind van het werk hernomen en de anthem eindigt in jubel met een triomfantelijk ‘Alleluja’.
Naast dit imposante werk heeft Blow voor dezelfde gelegenheid de eenvoudige anthem Behold, O God our defender geschreven. In deze psalm prijst de dichter allen gelukkig die in God hun zon en schild, hun bescherming, vinden. Deze anthem werd naast I was glad van Henry Purcell gebruikt bij de binnenkomst van de koning.
Hoewel John Blow vooral Engelstalige anthems schreef, componeerde hij een paar Latijnse anthems voor diensten in de huiselijke omgeving. In Salvator mundi gaat Blow tot het uiterste om een emotionele weergave van de tekst te bereiken. In dit klaaglied smeekt de dichter om de hulp en redding van God. Met schrijnende secundeverschillen die steeds weer oplossen en het gebruik van voorhoudingen en chromatiek kleurt Blow zijn muzikale weergave van de tekst. Bij het ‘auxiliare nobis’ krijgt het werk een andere, rustige sfeer als contrast met het turbulente eerste deel. Het is een meesterlijk werk waarin tekst en muziek op emotionele wijze overeenkomen.
Let thy hand be strengthened is een koningspsalm die bij diverse kroningen is uitgevoerd. Het is een korte, eenvoudige homofone anthem voor vierstemmig koor waarin de dichter beschrijft hoe krachtig de koning is en dat zijn troon rust op recht en gerechtigheid. Het ‘Allelujah’ waarmee Blow eindigt, neemt bijna de helft van het stuk voor zijn rekening. Het onderstreept het feestelijke karakter van deze anthem.
William Child (1606-1697)
William Child heeft zijn hele professionele carrière gewerkt in de St. George Chapel in Windsor. Daarnaast werkte hij vanaf 1660 aan het Engelse hof als lid van de Chapel Royal onder Charles I, Charles II, James II en William en Mary. Het grootste deel van zijn oeuvre omvat anthems en psalmen.
De anthem O Lord, grant the king a long life is geschreven voor de binnenkomst in Westminster Abbey bij de kroning van Charles II in 1661. Het is een loflied voor de koning waarin hem een lang leven wordt toegewenst. Het is grotendeels homofoon geschreven met een uitbundig hallelujah aan het einde, alternerend tussen de twee koren.
William Croft (1678 - 1727)
William Croft werd opgeleid aan de Chapel Royal waar hij studeerde bij John Blow. Hij bleef hier tot zijn twintigste jaar, iets wat alleen toegestaan werd bij de meest getalenteerde leerlingen. Op zijn negentiende jaar kwam zijn interesse in componeren tot uiting in het kopiëren van cantates van onder anderen Scarlatti en Carissimi.
In 1707 werd Croft componist en Master van de Children at the Chapel Royal. Een jaar later stierf John Blow en volgde Croft hem op als organist aan de Westminster Abbey. In zijn functie als componist bij de Chapel Royal componeerde hij veel werken voor speciale gelegenheden, zoals voor de begrafenis van koningin Anne en de kroning van George I.
We zingen van Croft de klaagpsalm Turn thee, o Lord, en de lofpsalm God is gone up with a merry noise. Turn thee, o Lord heeft een plechtstatig karakter.
In de psalm bidt een ernstig zieke man om genezing en vraagt hij God om hem te redden. God heeft zich van hem afgekeerd, maar door zijn terugkeer zal zijn leven weer opbloeien. In God is gone up with a merry noise horen we een jubelend werk. God is koning over de aarde en iedereen wordt opgeroepen een feestelijk lied te zingen voor de koning.
Frank van Dorsten
John Blow (1648-1708) - Let thy hand be strengthened
Henry Purcell (1659-1695) - O God, thou hast cast us out
John Blow - Salvator mundi
Henry Purcell - I was glad
Henry Purcell- Save me, O God
John Blow - God spake sometime in visions
John Blow - Behold, O God our defender
William Croft (1678-1727) - Turn Thee, O Lord
Henry Purcell - O Lord God of hosts
William Croft - God is gone up with a merry noise
Henry Purcell - I will sing unto the Lord
Henry Purcell - My heart is inditing
mmv The Locke Consort en David Jansen (orgel)
Programmatoelichting
Vocaal Ensemble Multiple Voice bestaat dit seizoen dertig jaar en brengt daarom samen met barokensemble The Locke Consort en organist David Jansen een serie feestelijke concerten met muziek die gecomponeerd is voor de Engelse koningen. Centraal staat het werk van Henry Purcell (1659-1695) die met recht wordt beschouwd als de belangrijkste Engelse componist van de zeventiende eeuw.
Zijn kracht ligt in verrassende harmonische vondsten, krachtige tekstuitbeelding en ritmische finesse. Naast werken van Purcell hoort u muziek van andere componisten die verbonden waren aan de Chapel Royal: William Croft, John Blow en William Child.
Het gebruik om leden van het koninklijk huis te eren met muziek door zangers, muzikanten en componisten in dienst van de Chapel Royal stamde uit het begin van de regeerperiode van Charles I (1600-1649). Kroningen, verjaardagen en de terugkeer van de koning naar Londen na een verblijf elders waren de belangrijkste aanleidingen voor componisten van de Chapel Royal om nieuwe muziek te schrijven. In het programma hoort u twee grote werken voor koor, orgel en strijkers: My heart is inditing van Purcell en God spake sometime in visions van John Blow. De andere stukken zullen a cappella, met alleen orgel of met basso continuo uitgevoerd worden.
De teksten die de componisten hebben gebruikt, zijn vrijwel alle afkomstig uit het bijbelboek Psalmen. We zingen koningspsalmen waarin de koning wordt geëerd, lofpsalmen ter ere van God, een bedevaartspsalm over Jeruzalem, maar ook klaagpsalmen waarin de dichter of een volk klaagt hoe moeilijk en zwaar het leven is en waarin gesmeekt wordt om de hulp van God.
Henry Purcell (1659 – 1695)
Henry Purcell begon zijn loopbaan als koorknaap in de Chapel Royal. Hij kreeg compositielessen van John Blow (1649-1708). De hoeveelheid werken die Purcell in zijn korte leven bij elkaar componeerde is opmerkelijk: meer dan honderd anthems en services, theaterwerken, muziek bij meer dan veertig toneelstukken, ruim honderd wereldlijke liederen en duetten, meer dan veertig instrumentale werken en 24 odes en welcome songs. In alle genres toonde hij zich een meester met een enorme inventiviteit en groot vakmanschap. Misschien dat Dido and Aeneas en een aantal van zijn liederen hem het eerst bekend hebben gemaakt bij een groot publiek.
Ten tijde van de kroning van James II in 1685 was Henry Purcell ‘Keeper of the King’s Instruments and Organist of the Chapel Royal’. Voor deze kroning werden veel middelen beschikbaar gesteld en kon er voor een rijke bezetting gecomponeerd worden. Purcell componeerde twee nieuwe anthems voor deze dienst: I was glad en My heart is inditing.
Voor de binnenkomst van de koning en koningin schreef Purcell een nieuwe zetting van Psalm 122, I was glad when they said unto me. In deze bedevaartspsalm beschrijft de dichter zijn blijdschap over het binnentreden van Jeruzalem na jarenlange ballingschap. De opening van dit stuk is feestelijk met rijke harmonieën en accentuering van het woord ‘glad’. Bij het deel ‘O pray for the peace of Jerusalem’ verandert de stemming in een smeekbede. De anthem eindigt met een triomfantelijke finale waarbij de basstem het thema ’world without end’ in een gehalveerd tempo benadrukt.
In de groots opgezette verse anthem en koningspsalm My Heart is inditing pakt Purcell uit door gebruik te maken van koor, strijkers, orgel en een groot aantal verses in kleine, solistische bezetting. De dichter bezingt in deze psalm de pracht en kracht van de koning die gaat trouwen met een buitenlandse prinses. Het stuk is onder te verdelen in vier delen. Het opent met een welluidende ‘symfonie’ van strijkers waarna de mannen- en vrouwenstemmen stuk voor stuk geïntroduceerd worden met ‘My heart is inditing of a good matter’. De extravagantie van de kroningsceremonie wordt benadrukt door de prachtige harmonieën die Purcell gebruikt voor de verschijning van de koningin, ‘Her clothing is of wrought Gold.’
Het tweede deel, ‘She shall be brought unto the King’, begint met zes solisten, waarbij de drie onderstemmen de drie bovenstemmen beantwoorden.
Het dagelijkse werk van de koningin en haar dienaressen wordt eenvoudig bezongen en het deel eindigt positief en rijk geïnstrumenteerd als de koningin met ‘joy and gladness’ het paleis binnengehaald wordt.
Het derde deel begint melancholisch met ‘Hearken, O Daughter’ waarbij muzikaal beschreven wordt dat de koningin toch haar volk niet moet vergeten als ze kinderen heeft. In het laatste deel, ‘Praise the Lord, O Jerusalem’, klinkt weer een feestelijke stemming. ‘Alleluia’ en ‘Amen’ zijn de finale frasen die elkaar overlappen met contrasterende thema’s. Purcells anthem My Heart is inditing is onbetwist een meesterwerk, een kroning waardig.
Uit dezelfde periode stammen ook de verse anthems O Lord God of hosts en
O God thou hast cast us out. Dit zijn beide klaagpsalmen waarin de stem van het volk wordt verwoord. De dichter bidt tot God om het volk te hulp te komen en te redden uit de moeilijke oorlogssituatie waarin het zich bevindt.
I will sing unto the Lord is een vroege verse anthem van Purcell. Het is een lofpsalm waarin de dichter God prijst om de schepping van de aarde, de rivieren, de zeeën, de dieren en het verzorgen van al zijn schepselen. De anthem begint met een homofone lofzang en laat vervolgens een zesstemmig vers voor klein koor horen waarin over het lot van zondaars wordt gezongen. Met het volledige koor eindigt de anthem met de jubelende uitroep ‘Praise the Lord’.
De verse anthem Save me, o God is een vroeg werk van Purcell. In deze tekst uit psalm 54 klaagt David over de situatie waarin hij verkeert. Hij is verraden en bidt tot God om gered te worden van de vijanden die zijn leven bedreigen. Uniek voor deze anthem is de wisseling in toonsoort als ondersteuning voor de inhoud van de psalm: het grootste deel van het stuk is geschreven in G mineur. Het finale koordeel is daarentegen in G majeur om te onderstrepen dat God David heeft gered.
John Blow (1649 - 1708)
John Blow is de andere grote componist in ons programma. Hij is het meest bekend om zijn anthems, waarvan hij er meer dan 100 schreef. Hij werd organist van Westminster Abbey in 1668 en later aalmoezenier en koormeester van de Londense St. Paul's Cathedral. Koning Charles II benoemde hem tot lid van de Chapel Royal. In 1677 verleende Canterbury hem de doctorsgraad in de Muziek.
Blow was de leermeester van onder anderen William Croft en Henry Purcell.
Hij stond rond 1680 zijn post als organist van Westminster Abbey aan Purcell af uit respect voor diens meesterschap. Qua stijl is Blow vaak met Purcell vergelijkbaar, zij het iets zwaarder en met een sterkere nadruk op de basso continuo. Blow heeft steeds in de schaduw van zijn leerling Purcell gestaan.
Blow componeerde zijn anthem God spake sometime in visions voor de troonsbestijging van James II in 1685. Het is een formidabel groots werk in acht delen voor koor, strijkers, orgel en solostemmen. Deze anthem is gebaseerd op psalm 89, een koningspsalm. De dichter schrijft over Gods belofte om voor eeuwig trouw te zijn aan zijn verbond met David.
Het werk vertoont Blows typerende hang naar excentriciteit en grillige melodielijnen die ook Purcell niet vreemd was. Het werk opent met een korte symfonische introductie en een breed uitgesponnen koordeel. Het moet één affect oproepen: koninklijke grandeur. Bij het eerste vers, ‘I have found David my servant’, dat in kleine bezetting gezongen wordt, introduceert Blow een driedelig ritme dat mooi contrasteert met het tweedelige ritme van de opening. Zodra het hele koor weer zingt keert de componist naar een tweedelig ritme terug. Deze afwisseling in twee- en driedeligheid bij de overgang van verse naar tutti herhaalt Blow een aantal keren. De openingssymfonia wordt aan het eind van het werk hernomen en de anthem eindigt in jubel met een triomfantelijk ‘Alleluja’.
Naast dit imposante werk heeft Blow voor dezelfde gelegenheid de eenvoudige anthem Behold, O God our defender geschreven. In deze psalm prijst de dichter allen gelukkig die in God hun zon en schild, hun bescherming, vinden. Deze anthem werd naast I was glad van Henry Purcell gebruikt bij de binnenkomst van de koning.
Hoewel John Blow vooral Engelstalige anthems schreef, componeerde hij een paar Latijnse anthems voor diensten in de huiselijke omgeving. In Salvator mundi gaat Blow tot het uiterste om een emotionele weergave van de tekst te bereiken. In dit klaaglied smeekt de dichter om de hulp en redding van God. Met schrijnende secundeverschillen die steeds weer oplossen en het gebruik van voorhoudingen en chromatiek kleurt Blow zijn muzikale weergave van de tekst. Bij het ‘auxiliare nobis’ krijgt het werk een andere, rustige sfeer als contrast met het turbulente eerste deel. Het is een meesterlijk werk waarin tekst en muziek op emotionele wijze overeenkomen.
Let thy hand be strengthened is een koningspsalm die bij diverse kroningen is uitgevoerd. Het is een korte, eenvoudige homofone anthem voor vierstemmig koor waarin de dichter beschrijft hoe krachtig de koning is en dat zijn troon rust op recht en gerechtigheid. Het ‘Allelujah’ waarmee Blow eindigt, neemt bijna de helft van het stuk voor zijn rekening. Het onderstreept het feestelijke karakter van deze anthem.
William Child (1606-1697)
William Child heeft zijn hele professionele carrière gewerkt in de St. George Chapel in Windsor. Daarnaast werkte hij vanaf 1660 aan het Engelse hof als lid van de Chapel Royal onder Charles I, Charles II, James II en William en Mary. Het grootste deel van zijn oeuvre omvat anthems en psalmen.
De anthem O Lord, grant the king a long life is geschreven voor de binnenkomst in Westminster Abbey bij de kroning van Charles II in 1661. Het is een loflied voor de koning waarin hem een lang leven wordt toegewenst. Het is grotendeels homofoon geschreven met een uitbundig hallelujah aan het einde, alternerend tussen de twee koren.
William Croft (1678 - 1727)
William Croft werd opgeleid aan de Chapel Royal waar hij studeerde bij John Blow. Hij bleef hier tot zijn twintigste jaar, iets wat alleen toegestaan werd bij de meest getalenteerde leerlingen. Op zijn negentiende jaar kwam zijn interesse in componeren tot uiting in het kopiëren van cantates van onder anderen Scarlatti en Carissimi.
In 1707 werd Croft componist en Master van de Children at the Chapel Royal. Een jaar later stierf John Blow en volgde Croft hem op als organist aan de Westminster Abbey. In zijn functie als componist bij de Chapel Royal componeerde hij veel werken voor speciale gelegenheden, zoals voor de begrafenis van koningin Anne en de kroning van George I.
We zingen van Croft de klaagpsalm Turn thee, o Lord, en de lofpsalm God is gone up with a merry noise. Turn thee, o Lord heeft een plechtstatig karakter.
In de psalm bidt een ernstig zieke man om genezing en vraagt hij God om hem te redden. God heeft zich van hem afgekeerd, maar door zijn terugkeer zal zijn leven weer opbloeien. In God is gone up with a merry noise horen we een jubelend werk. God is koning over de aarde en iedereen wordt opgeroepen een feestelijk lied te zingen voor de koning.
Frank van Dorsten