Even such is time
Thomas Tallis (1505-1585) - Te lucis ante terminum
Orlando Gibbons (1583-1625) - What is our life
Gerald Finzi (1901-1956) - Three short elegies
1. Life a right shadow is
2. This world a hunting is
3. This life, which seems so fair
William Byrd (1540-1623) - Nunc Dimittis
Pawel Lukaszewski (1968) - Nunc Dimittis
Herbert Howells (1892-1983) - Even such is time
James MacMillan (1959) - Lux Aeterna
Arvo Pärt (1935) - Which was the son of…
James MacMillan (1959) - O Radiant Dawn
Ildebrando Pizzetti (1880-1968) - Cade la sera
Charles Hubert Parry (1848-1918) - There is an old belief
Programmatoelichting
Het verstrijken van de tijd, zijn vluchtigheid, maar ook zijn eeuwigheid hebben de mens altijd gefascineerd. Dit programma gaat over hollen en stilstaan.
Over de verschillende momenten van de dag, van het ochtendgloren tot het invallen van de avond. Maar het gaat ook over leven en dood, over de opeenvolging van de generaties. De veelzijdigheid van het fenomeen tijd is voor veel componisten een bron van inspiratie geweest. Multiple Voice heeft daarom een staalkaart van composities rondom het begrip tijd samengebracht in een programma met oude en nieuwere muziek van onder meer Tallis, Gibbons, Pärt, Finzi, Pizzetti en MacMillan. Aan Herbert Howells en zijn prachtige Even such is time op een gedicht van Sir Walter Raleigh is de titel en inspiratie voor dit programma ontleend.
Thomas Tallis
Thomas Tallis (ca. 1505 -1585) was ongetwijfeld de belangrijkste Engelse componist vóór William Byrd. Hij is vertegenwoordigd met de hymne Te lucis ante terminum. Tallis was één van de eerste componisten die voor de Anglicaanse liturgie componeerden. Uit zijn composities valt af te lezen wat de Anglicaanse geestelijkheid voor ogen moet hebben gestaan: eenvoud, syllabische zetting (één noot per lettergreep) en verstaanbaarheid.
Te lucis ante terminum is onderdeel van de Cantiones Sacrae uit 1575. In deze zetting is alleen het tweede van de drie delen polyfoon. De eenstemmige melodie van het eerste deel wordt in het tweede deel door de sopraan herhaald, omlijst door prachtige harmonieën, efficiënt geplaatst en ontroerend mooi. Ondanks de schijnbare eenvoud levert Tallis een werk af van een hoog artistiek gehalte, met vele finesses en verrassingen op de vierkante centimeter.
Orlando Gibbons
Orlando Gibbons (1585 - 1623) was een tijdgenoot van William Byrd en componeerde ten tijde van de overgang van het Tudor tijdperk dat eindigde met de dood van Elisabeth I in 1603 en de Engelse barok. In tegenstelling tot Byrd, die overtuigd katholiek was, componeerde Gibbons steeds vanuit zijn protestantse achtergrond. Net als veel van de belangrijkste Engelse componisten uit die tijd was hij verbonden aan de Chapel Royal.
Behalve Gentleman of the Chapel Royal was hij organist van Westminster Abbey. Daarnaast was hij een uitstekend virginalist. In zijn anthems zien we weinig terug van de madrigalistische stijl van zijn tijdgenoten Weelkes en Tomkins. In plaats daarvan maakt hij veelvuldig gebruik van imitatietechniek in een energieke stijl. Zijn vijfstemmige madrigaal What is our Life? is afkomstig uit de bundel Madrigals and Mottets van 1612 en behoort tot Gibbons’ meest gezongen werken. De tekst wordt toegeschreven aan Sir Walter Raleigh die dit gedicht geschreven zou hebben tijdens zijn gevangenschap en vlak voor zijn executie.
Gerald Finzi
Gerald Finzi (1901-1956) was een echte verzamelaar. Zo verzamelde en kweekte hij met uitsterven bedreigde appels. Maar ook had hij een enorme bibliotheek van prachtige boeken over allerlei onderwerpen, van poëzie en filosofie tot proza. Hij was een groot liefhebber van de Engelse literatuur en poëzie. Deze belangstelling komt duidelijk tot uiting in zijn koormuziek en zijn liederen. Voor zijn 50ste wist Finzi dat hij aan de ziekte van Hodgkin leed en dat hij stervende was. Het besef dat er niets zeker is in dit leven vormt de sleutel tot zijn werk. In dit kader is het begrijpelijk dat zijn muziek zo ‘herfstachtig’ getint is en maar weinig luchtig of vrolijk. Voor de Three Short Elegies baseerde hij zich op 17e eeuwse teksten van William Drummond.
Finzi is een ware meester in het muzikaal verklanken van tekst. In de Three Short Elegies heeft dat geleid tot een prachtige eenheid in muziek en tekst die vooral gaat over de betrekkelijkheid en nietigheid van ons Ieven.
William Byrd
William Byrd (1543 – 1623) was pas 15 toen Elizabeth I de troon besteeg.
Voor hem was dat niet ongunstig want mede door haar kreeg hij de gelegenheid om zich als componist te bekwamen in velerlei stijlen. In 1570 werd Byrd benoemd tot Gentleman van de Chapel Royal. Vijf jaar later kregen hij en zijn leermeester Tallis van de koningin het alleenrecht tot het uitgeven en verhandelen van gedrukte muziek. Als dank daarvoor droegen de beide componisten een bundel met Latijnse motetten aan haar op. Een opmerkelijk gegeven gezien het feit dat Elizabeth officieel de Anglicaanse kerk toebehoorde. Nog opmerkelijker was het dat Elisabeth dit eerbetoon accepteerde, een daad waarmee ze haar tolerante houding onderstreepte. Ondanks de beschermende hand van Elisabeth was het voor de katholieke componist Byrd een moeilijke tijd. Het is bekend dat hij meer dan eens vanwege zijn openlijke katholicisme ter verantwoording werd geroepen.
Rond 1580 begon de vervolging van katholieken ernstige vormen aan te nemen. Vooraanstaande katholieken werden terechtgesteld. Byrd verliet het hof en verbleef bij machtige katholieke beschermers zoals de hertog van Worcester. Toen de vervolging van katholieken afnam, greep Byrd dit aan met de publicatie van twee bundels Gradualia, die een overduidelijk katholiek stempel dragen. Het vijfstemmige Nunc dimittis van dit programma is uit de eerste van deze bundels afkomstig. Het ademt de sfeer van de oude polyfonie van het continent.
Pawel Lukaszewski
Pawel Lukaszewski (1968) is een Poolse componist die zich gespecialiseerd heeft in sacrale muziek en composities voor koor. Zijn inspiratiebron is zijn diepgewortelde katholieke geloof. Zijn werk wordt wereldwijd uitgevoerd en het is meerdere malen bekroond. Lukaszewski’s muziek is grotendeels tonaal en werkt met diatonische dissonanten en homofone akkoorden die een verheven sfeer oproepen. Dit appelleert aan de transcendente kwaliteiten die passen bij rustige, spirituele muziek. Het Nunc Dimittis was een compositie opdracht voor the Choir of Trinity College in Cambridge en is een schoolvoorbeeld van zijn compositiestijl. Het werk is traag en sereen. Het is een compact serieus werk, vol van zwaarte en devotie.
Herbert Howells
De Engelse componist Herbert Howells (1892-1983) werd opgeleid aan het Royal College of Music waar hij werd onderwezen door uitstekende docenten als Charles Stanford en Hubert Parry. Daarnaast werd zijn compositiestijl beïnvloed door zijn vriend Vaughan Williams. Na het beëindigen van zijn studie werd hij organist van de kathedraal van Salisbury. Door zijn slechte gezondheid moest hij deze positie opgeven en keerde hij als docent terug aan het Royal College of Music. In die tijd beschouwde men hem als een van de meest veelbelovende Engelse componisten, ‘a natural poet in sound’. Zijn muziek is eerlijk, onpretentieus, rijk van klankkleur en nooit triviaal. Even such is time (1913) is een dubbelkorig werk op een gedicht van Sir Walter Raleigh.
Het is een vroeg werk dat Howells componeerde voor zijn studies harmonie en contrapunt bij Charles Wood aan het Royal College of Music en dat pas in 2008 werd uitgegeven. Met zijn ingenieuze harmonieën toont dit werk al een glimp van de compositietechnieken en de harmonische taal die kenmerkend zijn voor het latere oeuvre van Howells. De opwindende toonzetting van de laatste twee zinnen van het gedicht (‘But from this earth, this grave, this dust, My God shall raise me up, I trust’) met hun zeer effectieve en plotse toename van energie en momentum mondt uit in een spetterend slotakkoord: de onvergetelijke climax van het stuk.
James MacMillan
De Schotse componist James MacMillan (*1959) is een buitengewoon succesvolle hedendaagse componist. Zijn vaak sociaal en spiritueel geëngageerde muziek is krachtig en energiek en vindt zijn wortels in het socialisme, het katholicisme en het Schotse nationalisme. De Strathclyde Motets zijn recente werken uit 2008-2009 en bedoeld voor gebruik in de katholieke eredienst. De motetten zijn gecomponeerd voor het koor van de Strathclyde University in Schotland. Lux aeterna is één van de drie communiemotetten van de Strathclyde Motets. Ook O radiant dawn is een Strathclyde Motet en het is gebaseerd op één van de ‘Grote O’-antifonen die in de advent gezongen worden. De Strathclyde Motets bezitten een sterk mystiek karakter. Daarnaast is de invloed van oude Keltische muziek hoorbaar. MacMillan weet oud en modern in deze motetten op een spannende manier met elkaar te verbinden.
Arvo Pärt
In het muzikale landschap van de laatste 25 jaar is Arvo Pärt (*1935) een opmerkelijk fenomeen. Terwijl bij componisten om hem heen complexiteit en virtuositeit vaak het hoogste goed lijken, is Pärts muziek eerder een rustpunt, een toonbeeld van eenvoud en een spirituele ervaring. Geen wonder dat hij in de officiële muziekwereld aanvankelijk met argusogen werd bekeken en slechts door weinig vakgenoten serieus werd genomen. Maar hoe anders reageerde het publiek: zijn muziek werd al gauw een groot succes en tot aan de dag van vandaag is de schare Pärt-liefhebbers groeiende. Ook in de officiële muziekwereld heeft de aanvankelijke scepsis plaats gemaakt voor waardering en respect. Het hier gekozen Which was the son of… is een verrassend origineel werk. Pärt baseerde het op een tekst uit het evangelie van Lukas, waarin Jezus’ stamboom maar liefst vijfenzeventig generaties terug wordt gevolgd, vanaf zijn vader Jozef, tot aan Jesse, Abraham, Noah, Adam, om ten slotte uit te komen bij God zelf.
Ildebrando Pizzetti
Ildebrando Pizzetti (1880-1968) toonde in zijn jonge jaren meer belangstelling voor theater dan voor muziek. Toch ging hij op 15-jarige leeftijd naar het conservatorium van Parma om er compositie te studeren. Zijn belangstelling voor het theater bleef echter onverminderd en het is dan ook niet verwonderlijk dat hij zijn muzikale gaven vooral aanwendde voor het componeren van opera’s en andere dramatische werken. Maar tijdens zijn studie in Parma kwam daar nog een tweede belangrijke interesse bij: die voor de renaissancemuziek. Pizzetti werd benoemd tot leraar compositie in Parma en leraar harmonie en contrapunt in Florence. In deze laatste stad sloot hij zich aan bij een kring van intellectuelen die het beroemde blad La Voce uitgaf. Hier manifesteerde Pizzetti zich als een conservatief denkend kunstenaar. Hij trok zich meer en meer terug uit vooruitstrevende muzikale kringen.
In 1932 publiceerde hij samen met Respighi een manifest tegen de avantgardistische stroming van die tijd waarin een oproep werd gedaan om terug te keren naar de traditie. Deze hang naar het traditionele komt het best tot uiting in Pizzetti’s koormuziek. Naast opera is dit het genre waarin hij zijn beste werken schreef. In Cade la sera is de verstilde sfeer van de vallende avond meesterlijk getroffen. In de buitengewoon beeldende weergave van de tekst is het te beschouwen als een twintigste-eeuws madrigaal.
Hubert Parry
Hubert Parry (1848-1918) was een man die zich bijzonder betrokken voelde bij de gebeurtenissen van zijn tijd. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog maakte een diepe indruk op hem en we weten uit zijn dagboeken dat hij zich in deze periode terneergeslagen voelde. Met zijn Songs of Farewell leverde Parry aan het einde van zijn leven een meesterwerk af dat elke twijfel over zijn vakmanschap wegneemt. Homofone en polyfone passages wisselen elkaar af waardoor boeiende contrasten in de textuur ontstaan. In harmonisch opzicht komt Parry keer op keer tot verrassende vondsten. In ons programma wordt het vierde deel van de Songs of Farewell uitgevoerd, There is an old belief. In dit zesstemming werk worden rijke harmonieën en soms grillige melodieën afgewisseld met meer berustende akkoorden en rustige lyriek. De eeuwige slaap die wordt bezongen aan het einde van het werk wordt prachtig uitgebeeld. De Songs of Farewell behoren tot het beste van de Engelse koorliteratuur.
Frank van Dorsten
Het verstrijken van de tijd, zijn vluchtigheid, maar ook zijn eeuwigheid hebben de mens altijd gefascineerd. Dit programma gaat over hollen en stilstaan.
Over de verschillende momenten van de dag, van het ochtendgloren tot het invallen van de avond. Maar het gaat ook over leven en dood, over de opeenvolging van de generaties. De veelzijdigheid van het fenomeen tijd is voor veel componisten een bron van inspiratie geweest. Multiple Voice heeft daarom een staalkaart van composities rondom het begrip tijd samengebracht in een programma met oude en nieuwere muziek van onder meer Tallis, Gibbons, Pärt, Finzi, Pizzetti en MacMillan. Aan Herbert Howells en zijn prachtige Even such is time op een gedicht van Sir Walter Raleigh is de titel en inspiratie voor dit programma ontleend.
Thomas Tallis
Thomas Tallis (ca. 1505 -1585) was ongetwijfeld de belangrijkste Engelse componist vóór William Byrd. Hij is vertegenwoordigd met de hymne Te lucis ante terminum. Tallis was één van de eerste componisten die voor de Anglicaanse liturgie componeerden. Uit zijn composities valt af te lezen wat de Anglicaanse geestelijkheid voor ogen moet hebben gestaan: eenvoud, syllabische zetting (één noot per lettergreep) en verstaanbaarheid.
Te lucis ante terminum is onderdeel van de Cantiones Sacrae uit 1575. In deze zetting is alleen het tweede van de drie delen polyfoon. De eenstemmige melodie van het eerste deel wordt in het tweede deel door de sopraan herhaald, omlijst door prachtige harmonieën, efficiënt geplaatst en ontroerend mooi. Ondanks de schijnbare eenvoud levert Tallis een werk af van een hoog artistiek gehalte, met vele finesses en verrassingen op de vierkante centimeter.
Orlando Gibbons
Orlando Gibbons (1585 - 1623) was een tijdgenoot van William Byrd en componeerde ten tijde van de overgang van het Tudor tijdperk dat eindigde met de dood van Elisabeth I in 1603 en de Engelse barok. In tegenstelling tot Byrd, die overtuigd katholiek was, componeerde Gibbons steeds vanuit zijn protestantse achtergrond. Net als veel van de belangrijkste Engelse componisten uit die tijd was hij verbonden aan de Chapel Royal.
Behalve Gentleman of the Chapel Royal was hij organist van Westminster Abbey. Daarnaast was hij een uitstekend virginalist. In zijn anthems zien we weinig terug van de madrigalistische stijl van zijn tijdgenoten Weelkes en Tomkins. In plaats daarvan maakt hij veelvuldig gebruik van imitatietechniek in een energieke stijl. Zijn vijfstemmige madrigaal What is our Life? is afkomstig uit de bundel Madrigals and Mottets van 1612 en behoort tot Gibbons’ meest gezongen werken. De tekst wordt toegeschreven aan Sir Walter Raleigh die dit gedicht geschreven zou hebben tijdens zijn gevangenschap en vlak voor zijn executie.
Gerald Finzi
Gerald Finzi (1901-1956) was een echte verzamelaar. Zo verzamelde en kweekte hij met uitsterven bedreigde appels. Maar ook had hij een enorme bibliotheek van prachtige boeken over allerlei onderwerpen, van poëzie en filosofie tot proza. Hij was een groot liefhebber van de Engelse literatuur en poëzie. Deze belangstelling komt duidelijk tot uiting in zijn koormuziek en zijn liederen. Voor zijn 50ste wist Finzi dat hij aan de ziekte van Hodgkin leed en dat hij stervende was. Het besef dat er niets zeker is in dit leven vormt de sleutel tot zijn werk. In dit kader is het begrijpelijk dat zijn muziek zo ‘herfstachtig’ getint is en maar weinig luchtig of vrolijk. Voor de Three Short Elegies baseerde hij zich op 17e eeuwse teksten van William Drummond.
Finzi is een ware meester in het muzikaal verklanken van tekst. In de Three Short Elegies heeft dat geleid tot een prachtige eenheid in muziek en tekst die vooral gaat over de betrekkelijkheid en nietigheid van ons Ieven.
William Byrd
William Byrd (1543 – 1623) was pas 15 toen Elizabeth I de troon besteeg.
Voor hem was dat niet ongunstig want mede door haar kreeg hij de gelegenheid om zich als componist te bekwamen in velerlei stijlen. In 1570 werd Byrd benoemd tot Gentleman van de Chapel Royal. Vijf jaar later kregen hij en zijn leermeester Tallis van de koningin het alleenrecht tot het uitgeven en verhandelen van gedrukte muziek. Als dank daarvoor droegen de beide componisten een bundel met Latijnse motetten aan haar op. Een opmerkelijk gegeven gezien het feit dat Elizabeth officieel de Anglicaanse kerk toebehoorde. Nog opmerkelijker was het dat Elisabeth dit eerbetoon accepteerde, een daad waarmee ze haar tolerante houding onderstreepte. Ondanks de beschermende hand van Elisabeth was het voor de katholieke componist Byrd een moeilijke tijd. Het is bekend dat hij meer dan eens vanwege zijn openlijke katholicisme ter verantwoording werd geroepen.
Rond 1580 begon de vervolging van katholieken ernstige vormen aan te nemen. Vooraanstaande katholieken werden terechtgesteld. Byrd verliet het hof en verbleef bij machtige katholieke beschermers zoals de hertog van Worcester. Toen de vervolging van katholieken afnam, greep Byrd dit aan met de publicatie van twee bundels Gradualia, die een overduidelijk katholiek stempel dragen. Het vijfstemmige Nunc dimittis van dit programma is uit de eerste van deze bundels afkomstig. Het ademt de sfeer van de oude polyfonie van het continent.
Pawel Lukaszewski
Pawel Lukaszewski (1968) is een Poolse componist die zich gespecialiseerd heeft in sacrale muziek en composities voor koor. Zijn inspiratiebron is zijn diepgewortelde katholieke geloof. Zijn werk wordt wereldwijd uitgevoerd en het is meerdere malen bekroond. Lukaszewski’s muziek is grotendeels tonaal en werkt met diatonische dissonanten en homofone akkoorden die een verheven sfeer oproepen. Dit appelleert aan de transcendente kwaliteiten die passen bij rustige, spirituele muziek. Het Nunc Dimittis was een compositie opdracht voor the Choir of Trinity College in Cambridge en is een schoolvoorbeeld van zijn compositiestijl. Het werk is traag en sereen. Het is een compact serieus werk, vol van zwaarte en devotie.
Herbert Howells
De Engelse componist Herbert Howells (1892-1983) werd opgeleid aan het Royal College of Music waar hij werd onderwezen door uitstekende docenten als Charles Stanford en Hubert Parry. Daarnaast werd zijn compositiestijl beïnvloed door zijn vriend Vaughan Williams. Na het beëindigen van zijn studie werd hij organist van de kathedraal van Salisbury. Door zijn slechte gezondheid moest hij deze positie opgeven en keerde hij als docent terug aan het Royal College of Music. In die tijd beschouwde men hem als een van de meest veelbelovende Engelse componisten, ‘a natural poet in sound’. Zijn muziek is eerlijk, onpretentieus, rijk van klankkleur en nooit triviaal. Even such is time (1913) is een dubbelkorig werk op een gedicht van Sir Walter Raleigh.
Het is een vroeg werk dat Howells componeerde voor zijn studies harmonie en contrapunt bij Charles Wood aan het Royal College of Music en dat pas in 2008 werd uitgegeven. Met zijn ingenieuze harmonieën toont dit werk al een glimp van de compositietechnieken en de harmonische taal die kenmerkend zijn voor het latere oeuvre van Howells. De opwindende toonzetting van de laatste twee zinnen van het gedicht (‘But from this earth, this grave, this dust, My God shall raise me up, I trust’) met hun zeer effectieve en plotse toename van energie en momentum mondt uit in een spetterend slotakkoord: de onvergetelijke climax van het stuk.
James MacMillan
De Schotse componist James MacMillan (*1959) is een buitengewoon succesvolle hedendaagse componist. Zijn vaak sociaal en spiritueel geëngageerde muziek is krachtig en energiek en vindt zijn wortels in het socialisme, het katholicisme en het Schotse nationalisme. De Strathclyde Motets zijn recente werken uit 2008-2009 en bedoeld voor gebruik in de katholieke eredienst. De motetten zijn gecomponeerd voor het koor van de Strathclyde University in Schotland. Lux aeterna is één van de drie communiemotetten van de Strathclyde Motets. Ook O radiant dawn is een Strathclyde Motet en het is gebaseerd op één van de ‘Grote O’-antifonen die in de advent gezongen worden. De Strathclyde Motets bezitten een sterk mystiek karakter. Daarnaast is de invloed van oude Keltische muziek hoorbaar. MacMillan weet oud en modern in deze motetten op een spannende manier met elkaar te verbinden.
Arvo Pärt
In het muzikale landschap van de laatste 25 jaar is Arvo Pärt (*1935) een opmerkelijk fenomeen. Terwijl bij componisten om hem heen complexiteit en virtuositeit vaak het hoogste goed lijken, is Pärts muziek eerder een rustpunt, een toonbeeld van eenvoud en een spirituele ervaring. Geen wonder dat hij in de officiële muziekwereld aanvankelijk met argusogen werd bekeken en slechts door weinig vakgenoten serieus werd genomen. Maar hoe anders reageerde het publiek: zijn muziek werd al gauw een groot succes en tot aan de dag van vandaag is de schare Pärt-liefhebbers groeiende. Ook in de officiële muziekwereld heeft de aanvankelijke scepsis plaats gemaakt voor waardering en respect. Het hier gekozen Which was the son of… is een verrassend origineel werk. Pärt baseerde het op een tekst uit het evangelie van Lukas, waarin Jezus’ stamboom maar liefst vijfenzeventig generaties terug wordt gevolgd, vanaf zijn vader Jozef, tot aan Jesse, Abraham, Noah, Adam, om ten slotte uit te komen bij God zelf.
Ildebrando Pizzetti
Ildebrando Pizzetti (1880-1968) toonde in zijn jonge jaren meer belangstelling voor theater dan voor muziek. Toch ging hij op 15-jarige leeftijd naar het conservatorium van Parma om er compositie te studeren. Zijn belangstelling voor het theater bleef echter onverminderd en het is dan ook niet verwonderlijk dat hij zijn muzikale gaven vooral aanwendde voor het componeren van opera’s en andere dramatische werken. Maar tijdens zijn studie in Parma kwam daar nog een tweede belangrijke interesse bij: die voor de renaissancemuziek. Pizzetti werd benoemd tot leraar compositie in Parma en leraar harmonie en contrapunt in Florence. In deze laatste stad sloot hij zich aan bij een kring van intellectuelen die het beroemde blad La Voce uitgaf. Hier manifesteerde Pizzetti zich als een conservatief denkend kunstenaar. Hij trok zich meer en meer terug uit vooruitstrevende muzikale kringen.
In 1932 publiceerde hij samen met Respighi een manifest tegen de avantgardistische stroming van die tijd waarin een oproep werd gedaan om terug te keren naar de traditie. Deze hang naar het traditionele komt het best tot uiting in Pizzetti’s koormuziek. Naast opera is dit het genre waarin hij zijn beste werken schreef. In Cade la sera is de verstilde sfeer van de vallende avond meesterlijk getroffen. In de buitengewoon beeldende weergave van de tekst is het te beschouwen als een twintigste-eeuws madrigaal.
Hubert Parry
Hubert Parry (1848-1918) was een man die zich bijzonder betrokken voelde bij de gebeurtenissen van zijn tijd. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog maakte een diepe indruk op hem en we weten uit zijn dagboeken dat hij zich in deze periode terneergeslagen voelde. Met zijn Songs of Farewell leverde Parry aan het einde van zijn leven een meesterwerk af dat elke twijfel over zijn vakmanschap wegneemt. Homofone en polyfone passages wisselen elkaar af waardoor boeiende contrasten in de textuur ontstaan. In harmonisch opzicht komt Parry keer op keer tot verrassende vondsten. In ons programma wordt het vierde deel van de Songs of Farewell uitgevoerd, There is an old belief. In dit zesstemming werk worden rijke harmonieën en soms grillige melodieën afgewisseld met meer berustende akkoorden en rustige lyriek. De eeuwige slaap die wordt bezongen aan het einde van het werk wordt prachtig uitgebeeld. De Songs of Farewell behoren tot het beste van de Engelse koorliteratuur.
Frank van Dorsten