De weg naar Santiago
Programma
Gabriel Jackson (1962) - To the Field of Stars
Tomás Luis de Victoria (1548-1611) - O quam gloriosum
Tomás Luis de Victoria (1548-1611) - O lux et decus Hispaniae
Francisco Guerrero (1528-1599) - Ave virgo sanctissima
Francisco Guerrero (1528-1599) - Duo Seraphim
Philippe de Monte (1521-1603) - Super flumina Babylonis
Benjamin Britten (1913-1976) - A Hymn to the Virgin
Arvo Pärt (1935) - Morning Star
Will Todd (1970) - Christus est stella
Paul Mealor (1975)- Locus iste
Gabriel Jackson (1962) - To the Field of Stars
- Intrada
- Prayer for travelling
- Pilgrims’ Song with History Lesson
- Our journey had advanced
- Compostela - O quam gloriosum
Tomás Luis de Victoria (1548-1611) - O quam gloriosum
Tomás Luis de Victoria (1548-1611) - O lux et decus Hispaniae
Francisco Guerrero (1528-1599) - Ave virgo sanctissima
Francisco Guerrero (1528-1599) - Duo Seraphim
Philippe de Monte (1521-1603) - Super flumina Babylonis
Benjamin Britten (1913-1976) - A Hymn to the Virgin
Arvo Pärt (1935) - Morning Star
Will Todd (1970) - Christus est stella
Paul Mealor (1975)- Locus iste
Programmatoelichting
Graag neemt Vocaal Ensemble Multiple Voice u mee in een muzikale pelgrimage. Rode draad door het programma zijn vijf delen van het werk
To the Field of Stars van de Engelse componist Gabriel Jackson (*1962). Daarnaast zijn werken van Renaissancecomponisten uit het achterland van de route naar Santiago (Guerrero, De Monte en Victoria) en een aantal recentere stukken (van Britten, Pärt, Mealor en Todd) geprogrammeerd die aansluiten bij de thematiek van de pelgrimstocht. Het zijn werken waarin devotie, Maria-verering, spiritualiteit, angst en onzekerheid, zoeken en vertrouwen, een centrale rol spelen.
Pelgrimage
Al sinds de Middeleeuwen trekken pelgrims vanuit heel Europa naar het graf van de apostel Jacobus in Santiago de Compostella. Redenen voor het ondernemen van een pelgrimage of bedevaart variëren van het tot bezinning komen of boete doen tot het tijdelijk afstand nemen van een hectisch dagelijks bestaan. In de Middeleeuwen duurde een pelgrimage maanden tot jaren. Hoewel de bestemming belangrijk was, ging het met name om de reis met zijn ontberingen, met zijn gevaren, maar ook met zijn ontmoetingen en gezamenlijke belevenissen. De Middeleeuwse mens had de tijd om de belevenissen van de pelgrimage te absorberen en hierdoor in vervoering te raken.
Codex Calixtinus
De eerste tochten naar het bedevaartsoord Santiago de Compostella begonnen zo’n duizend jaar geleden. De uitgebreide Codex Calixtinus uit de 12de eeuw was een soort reisgids met tips en instructies voor de pelgrims. Daarnaast werden er preken, meldingen van mirakels, gebeden en polyfone motetten in gepubliceerd. Zowel de Codex Calixtinus als de verhalen over de pelgrimages zijn een inspiratiebron geweest voor menig componist. Zonder twijfel zijn veel meerstemmige werken uit de Renaissance via pelgrimages naar de kathedraal van Santiago de Compostella gebracht en aldaar ook uitgevoerd. Geïnspireerd door deze rijke traditie, brengt Vocaal Ensemble Multiple Voice een concert dat is opgezet als een muzikale pelgrimage.
Gabriel Jackson
De muziek van Gabriel Jackson is diep geworteld in de Anglicaanse kerkmuziek. Het grootste deel van zijn oeuvre is religieus van aard en wordt veelvuldig uitgevoerd in de belangrijkste Engelse kathedralen. To the Field of Stars is geschreven naar aanleiding van de viering van de 400ste sterfdag van de grote Spaanse componist Tomás Luis de Victoria. Het werk is gebaseerd op de pelgrimages door Noord-Spanje naar Santiago de Compostella.
De componist raakte geïnspireerd door de mogelijk etymologische herkomst van “Compostela” als “Campus Stellae” oftewel veld van sterren (Field of Stars). Het stuk is verdeeld in zeven delen waarin de diverse onderdelen van de pelgrimage naar Santiago beschreven en bezongen worden.
De legende gaat dat een herder in Noord-Spanje midden in de nacht een helder licht zag op de plek waar Jacobus begraven was.
Nadat de aartsbisschop vernomen had dat op deze plek de heilige Jacobus begraven was, werd besloten om een kerk te bouwen op dit graf. In die tijd werd een deel van Spanje bezet door de Moren. Het Spaanse volk bezwoer dat als de Moren verdreven zouden worden, zij een deel van de opbrengst van de landerijen zouden geven aan de heilige Jacobus. De Moren werden verslagen en verdreven van het Iberisch schiereiland. Er werd verteld dat de heilige Jacobus vooraan in de strijd, te paard en met getrokken zwaard, de Spaanse troepen aanvoerde. Sindsdien wordt de verdrijving van de Moren toegeschreven aan de heilige Jacobus, wordt hij in Santiago vereerd en hebben vele pelgrims hun tocht naar het graf van de heilige Jacobus gemaakt.
In ons programma worden vijf van de zeven delen van To the Field of Stars uitgevoerd: het zijn meditaties en reflecties die afgewisseld worden met refreinen en uitdagende cello- en percussie-partijen.
Het werk begint met het uitbundige Intrada dat als een fanfare van stemmen de apostel Jacobus aanroept en zijn beroemde martelaarschap verheerlijkt. Het is de opmaat naar het begin van de pelgrimage. Prayer for travelling is een deel dat optimisme afwisselt met angst en opwinding over de aanstaande reis. Het rustige koordeel wordt afgewisseld met melodisch complexe uitroepen door de bovenstemmen en een virtuoze cellist.
In Pilgrims’ song with history lesson verheerlijken de vrouwenstemmen met jubelende melodieën het genoegen van het reizen met de tekst ‘Herru Santiagu, e ultreia, e suseia’ (‘Heer Heilige Jacob, we gaan verder, we gaan hoger’) . Het wordt doorkruist door een gesproken tekst over de legende van de heilige Jacobus. Our journey had advanced is gebaseerd op het gelijknamige gedicht van Emily Dickinson. Enerzijds lijkt het eindpunt van onze levensreis de dood te zijn, maar anderzijds is troost te vinden bij de gedachte dat God je verwelkomt bij de hemelpoort (“God at every gate”). Dit deel is grotendeels vrij eenvoudig en rustig. Halverwege klinken twee lagen: een rustige onderstroom in het koor en daarboven een virtuoze sopraanpartij die de verandering van looptempo schildert. In twee korte hoge sopraansolo’s wordt het verlangen naar “the eternity of death” benadrukt.
Uiteindelijk wordt in het deel Compostela de Basiliek van de Heilige Jacobus in Santiago de Compostela bereikt. In dit deel komt het eerbetoon aan Tomás Luis de Victoria naar voren. Zijn motet O quam gloriosum gaat als een polyfone rode draad door dit werk heen en wordt omgeven door een uitgelaten, jubelende lofzang op de Heilige Jacobus door de andere stemmen. Met virtuoze cellopassages en klinkende bellen eindigt het werk in een klinkend fortissimo: de extase van het bereiken van het einddoel.
Tomás Luis de Victoria
Tomás Luis de Victoria (1548-1611) is zonder twijfel de grootste componist die Spanje in de Renaissance heeft voortgebracht. Victoria werd in 1548 in Ávila geboren. Omstreeks 1564 vertrok hij naar Rome voor onderricht door Jezuïeten aan het Collegio Germanico. In deze jaren heeft hij waarschijnlijk Palestrina ontmoet. Het is in elk geval zeker dat deze Italiaanse componist een sterke invloed heeft gehad op zijn compositiestijl. Subtiliteiten van Palestrina’s polyfone compositietechniek zijn wel terug te vinden in werken van Victoria, maar ontbreken bij zijn Spaanse tijdgenoten.
Het motet O lux et decus Hispaniae is Victoria’s zetting van de antifoon voor het feest van de Heilige Jacobus. Dit werk is geschreven met een canon in de bovenstemmen, zoals dat ook te horen is bij het motet Ave Virgo sanctissima van Guerrero. Dat maakt het werk ruimtelijk en transparant, wat past bij de akoestiek van de kathedraal van Santiago. Het vierstemmige motet o quam gloriosum uit 1572 is gebaseerd op een oude antifoon voor allerheiligen.
Het antifoon is een soort refrein dat bij aanvang van een psalm gezongen wordt en herhaald wordt na ieder vers. Het antifoon en motet eindigen met een citaat uit Openbaringen 14:4: 'Sequuntur agnum quocumque ierit’, hetgeen betekent: ‘en zij volgden het Lam, waar Hij ook gaat’.
Francisco Guerrero
Francisco Guerrero (1528-1599) was een belangrijke Spaanse componist en kapelmeester die lange tijd onbekend was doordat hij in de schaduw stond van die andere grote Spaanse componist: Tomás Luis de Victoria. Hij was lang werkzaam in de kathedraal van Sevilla met één van de meest gerenommeerde muzikale instituten van het Iberische schiereiland. In 1555 publiceerde hij hier zijn eerste bundel motetten, de Sacrae Cantiones. Via de drukpersen in Rome en Venetië kreeg Guerrero grote bekendheid zowel binnen als buiten Spanje.
In het tweede deel van de zestiende eeuw had Francisco Guerrero zoveel muzikale bronnen en faciliteiten tot zijn beschikking dat hij de mogelijkheid had meerkorige polyfone werken te componeren, zoals het hier uitgevoerde Duo Seraphim.
De twaalf stemmen in dit werk zijn verdeeld over drie koren die verspreid staan opgesteld. Deze opstelling toont aan dat Guerrero bewust gebruik maakt van ruimtelijke effecten, deels voor het contrast en deels voor behandeling van de tekst. Anderzijds zou de opstelling van de koren symbool staan voor de heilige drie-eenheid.
Hoewel het motet Ave Virgo sanctissima veel eenvoudiger geschreven is, is het één van zijn bekendste werken. Met de duidelijk hoorbare canon in de bovenstemmen is het een uitzonderlijk mooi motet. Guerrero’s polyfone werk lijkt veel op dat van zijn leermeester Cristóbal de Morales: in kleur, transparantie en lyrisch karakter. Het is spiritueel en tegelijk mystiek.
Philippe de Monte
Philippe de Monte (1521-1603) was een buitengewoon productieve componist uit de Renaissance. Hij componeerde 34 boeken met madrigalen en meer dan 1000 losse werken. Daarnaast heeft hij ook een niet minder indrukwekkend sacraal oeuvre: 38 missen, ongeveer 250 motetten en 144 madrigali spirituali. De Monte werd geboren rond Mechelen en heeft als koorknaap in de kerk van Sint Rombout gezongen. Na omzwervingen in Italië trad hij toe tot het hof van Philips II van Spanje. Rond 1550 reisde hij met een gezelschap mee naar Engeland voor het huwelijk tussen Philip II en Mary of Tudor. Daar heeft hij waarschijnlijk de Engelse componist William Byrd ontmoet. Deze ontmoeting heeft er waarschijnlijk toe geleid dat de Monte en Byrd over en weer een achtstemmig motet hebben uitgewisseld. De Monte’s Super flumina Babylonis is gebaseerd op het eerste stuk van psalm 137 waarbij de Joden treuren over hun verbanning en tocht naar Babylon.
Benjamin Britten
Benjamin Britten (1913-1976) wordt gezien als één van de veelzijdigste en beroemdste Engelse componisten uit de twintigste eeuw. Hij studeerde piano bij Harold Samuel en compositie bij Frank Bridge. Deze laatste wist zijn muzikale talent in goede banen te leiden en maakte hem bekend met muziek van Bartók, Schönberg en Berg. Dit waren onconventionele componisten om te bestuderen in het Engeland van die tijd.
Het motet Hymn to the Virgin is een vroeg werk van Benjamin Britten. Het is een heldere en poëtische lofzang op Maria, waarbij een Latijnse antifoon uit de Middeleeuwen wordt uitgevoerd door een klein koor, afgewisseld met een Engelse Anthem gezongen door het grote koor. De melodische kwaliteiten die composities van Britten vaak kenmerken, komen in dit werk in al hun eenvoud naar voren. De Latijnse en Engelse tekst zijn door Britten aaneengesmeed tot een hechte, maar gelaagde en mysterieuze muzikale structuur.
Tombe van Saint Bede
Een ander bedevaartsoord ligt in Durham. De kathedraal van Durham werd eind 11e, begin 12e eeuw gebouwd om de overblijfselen
van Sint Cuthbert (evangelist van Northumbria) en de Eerbiedwaardige Bede (een christelijke monnik) te huisvesten. Bede (673 - 735) leefde
in Jarrow bij de rivier Tyne en wordt ook wel de vader van de Engelse geschiedenis genoemd. Hij was een ijverige monnik die zich naast studeren, vertalen en schrijven bezig hield met het bestuderen van oude inscripties en het beschrijven van het dagelijkse kloosterleven. Zijn wijsheid dwong in die tijd veel respect af. Aanvankelijk is hij begraven in het klooster van Jarrow, maar in 1022 zijn zijn beenderen herbegraven in de kathedraal van Durham. In 1899 is hij heilig verklaard. Op de tombe staat de inscriptie: ‘Hac sunt in fossa Baedae Venerabilis Ossa’ (‘hier liggen de beenderen van de Eerbiedwaardige Bede’). De legende gaat dat de tekst van de inscriptie gedicteerd is door een engel.
Arvo Pärt
Morning star van Arvo Pärt (*1935) is gecomponeerd voor de kathedraal van Durham, en geïnspireerd door een inscriptie die opgehangen is boven de tombe van St. Bede. In het muzikale landschap van de laatste 30 jaar is de muziek van Arvo Pärt in bepaalde opzichten een oase. Terwijl om hem heen complexiteit en virtuositeit vaak het hoogste goed lijken, is zijn muziek een rustpunt, een toonbeeld van eenvoud en een spirituele ervaring. Morning star is hier een goed voorbeeld van.
Paul Mealor
Locus iste is gebaseerd op een Gregoriaanse voorzang ‘Locus iste a Deo factus est’, en betekent ‘Deze plek is gemaakt door God’. Deze bekende tekst is door veel componisten gebruikt om de plaats van een kerk te eren. In dit geval heeft de jonge componist Paul Mealor (*1975) uit St. Asaph in Wales dit werk gecomponeerd naar aanleiding van de viering van het 500-jarige bestaan van de King’s College chapel van de universiteit van Aberdeen. Paul Mealor is in 2011 als componist bekend geworden door zijn werk Ubi Caritas dat uitgevoerd is tijdens het huwelijk van Prins William en Catherine Middleton.
Will Todd
De jonge Engelse componist Will Todd (*1970) is geboren en getogen in Durham. Naast jazzpianist is hij een gewaardeerde en productieve componist. Zijn werk varieert van opera’s, oratoria tot werk voor koor met een klein ensemble of koor a capella. Christus est Stella is ook geïnspireerd op de tekst die boven de tombe van Bede te vinden is. Het is een werk met jubelende delen dat uiteindelijk rustig en contemplatief eindigt.
Frank van Dorsten, juni 2017
Graag neemt Vocaal Ensemble Multiple Voice u mee in een muzikale pelgrimage. Rode draad door het programma zijn vijf delen van het werk
To the Field of Stars van de Engelse componist Gabriel Jackson (*1962). Daarnaast zijn werken van Renaissancecomponisten uit het achterland van de route naar Santiago (Guerrero, De Monte en Victoria) en een aantal recentere stukken (van Britten, Pärt, Mealor en Todd) geprogrammeerd die aansluiten bij de thematiek van de pelgrimstocht. Het zijn werken waarin devotie, Maria-verering, spiritualiteit, angst en onzekerheid, zoeken en vertrouwen, een centrale rol spelen.
Pelgrimage
Al sinds de Middeleeuwen trekken pelgrims vanuit heel Europa naar het graf van de apostel Jacobus in Santiago de Compostella. Redenen voor het ondernemen van een pelgrimage of bedevaart variëren van het tot bezinning komen of boete doen tot het tijdelijk afstand nemen van een hectisch dagelijks bestaan. In de Middeleeuwen duurde een pelgrimage maanden tot jaren. Hoewel de bestemming belangrijk was, ging het met name om de reis met zijn ontberingen, met zijn gevaren, maar ook met zijn ontmoetingen en gezamenlijke belevenissen. De Middeleeuwse mens had de tijd om de belevenissen van de pelgrimage te absorberen en hierdoor in vervoering te raken.
Codex Calixtinus
De eerste tochten naar het bedevaartsoord Santiago de Compostella begonnen zo’n duizend jaar geleden. De uitgebreide Codex Calixtinus uit de 12de eeuw was een soort reisgids met tips en instructies voor de pelgrims. Daarnaast werden er preken, meldingen van mirakels, gebeden en polyfone motetten in gepubliceerd. Zowel de Codex Calixtinus als de verhalen over de pelgrimages zijn een inspiratiebron geweest voor menig componist. Zonder twijfel zijn veel meerstemmige werken uit de Renaissance via pelgrimages naar de kathedraal van Santiago de Compostella gebracht en aldaar ook uitgevoerd. Geïnspireerd door deze rijke traditie, brengt Vocaal Ensemble Multiple Voice een concert dat is opgezet als een muzikale pelgrimage.
Gabriel Jackson
De muziek van Gabriel Jackson is diep geworteld in de Anglicaanse kerkmuziek. Het grootste deel van zijn oeuvre is religieus van aard en wordt veelvuldig uitgevoerd in de belangrijkste Engelse kathedralen. To the Field of Stars is geschreven naar aanleiding van de viering van de 400ste sterfdag van de grote Spaanse componist Tomás Luis de Victoria. Het werk is gebaseerd op de pelgrimages door Noord-Spanje naar Santiago de Compostella.
De componist raakte geïnspireerd door de mogelijk etymologische herkomst van “Compostela” als “Campus Stellae” oftewel veld van sterren (Field of Stars). Het stuk is verdeeld in zeven delen waarin de diverse onderdelen van de pelgrimage naar Santiago beschreven en bezongen worden.
De legende gaat dat een herder in Noord-Spanje midden in de nacht een helder licht zag op de plek waar Jacobus begraven was.
Nadat de aartsbisschop vernomen had dat op deze plek de heilige Jacobus begraven was, werd besloten om een kerk te bouwen op dit graf. In die tijd werd een deel van Spanje bezet door de Moren. Het Spaanse volk bezwoer dat als de Moren verdreven zouden worden, zij een deel van de opbrengst van de landerijen zouden geven aan de heilige Jacobus. De Moren werden verslagen en verdreven van het Iberisch schiereiland. Er werd verteld dat de heilige Jacobus vooraan in de strijd, te paard en met getrokken zwaard, de Spaanse troepen aanvoerde. Sindsdien wordt de verdrijving van de Moren toegeschreven aan de heilige Jacobus, wordt hij in Santiago vereerd en hebben vele pelgrims hun tocht naar het graf van de heilige Jacobus gemaakt.
In ons programma worden vijf van de zeven delen van To the Field of Stars uitgevoerd: het zijn meditaties en reflecties die afgewisseld worden met refreinen en uitdagende cello- en percussie-partijen.
Het werk begint met het uitbundige Intrada dat als een fanfare van stemmen de apostel Jacobus aanroept en zijn beroemde martelaarschap verheerlijkt. Het is de opmaat naar het begin van de pelgrimage. Prayer for travelling is een deel dat optimisme afwisselt met angst en opwinding over de aanstaande reis. Het rustige koordeel wordt afgewisseld met melodisch complexe uitroepen door de bovenstemmen en een virtuoze cellist.
In Pilgrims’ song with history lesson verheerlijken de vrouwenstemmen met jubelende melodieën het genoegen van het reizen met de tekst ‘Herru Santiagu, e ultreia, e suseia’ (‘Heer Heilige Jacob, we gaan verder, we gaan hoger’) . Het wordt doorkruist door een gesproken tekst over de legende van de heilige Jacobus. Our journey had advanced is gebaseerd op het gelijknamige gedicht van Emily Dickinson. Enerzijds lijkt het eindpunt van onze levensreis de dood te zijn, maar anderzijds is troost te vinden bij de gedachte dat God je verwelkomt bij de hemelpoort (“God at every gate”). Dit deel is grotendeels vrij eenvoudig en rustig. Halverwege klinken twee lagen: een rustige onderstroom in het koor en daarboven een virtuoze sopraanpartij die de verandering van looptempo schildert. In twee korte hoge sopraansolo’s wordt het verlangen naar “the eternity of death” benadrukt.
Uiteindelijk wordt in het deel Compostela de Basiliek van de Heilige Jacobus in Santiago de Compostela bereikt. In dit deel komt het eerbetoon aan Tomás Luis de Victoria naar voren. Zijn motet O quam gloriosum gaat als een polyfone rode draad door dit werk heen en wordt omgeven door een uitgelaten, jubelende lofzang op de Heilige Jacobus door de andere stemmen. Met virtuoze cellopassages en klinkende bellen eindigt het werk in een klinkend fortissimo: de extase van het bereiken van het einddoel.
Tomás Luis de Victoria
Tomás Luis de Victoria (1548-1611) is zonder twijfel de grootste componist die Spanje in de Renaissance heeft voortgebracht. Victoria werd in 1548 in Ávila geboren. Omstreeks 1564 vertrok hij naar Rome voor onderricht door Jezuïeten aan het Collegio Germanico. In deze jaren heeft hij waarschijnlijk Palestrina ontmoet. Het is in elk geval zeker dat deze Italiaanse componist een sterke invloed heeft gehad op zijn compositiestijl. Subtiliteiten van Palestrina’s polyfone compositietechniek zijn wel terug te vinden in werken van Victoria, maar ontbreken bij zijn Spaanse tijdgenoten.
Het motet O lux et decus Hispaniae is Victoria’s zetting van de antifoon voor het feest van de Heilige Jacobus. Dit werk is geschreven met een canon in de bovenstemmen, zoals dat ook te horen is bij het motet Ave Virgo sanctissima van Guerrero. Dat maakt het werk ruimtelijk en transparant, wat past bij de akoestiek van de kathedraal van Santiago. Het vierstemmige motet o quam gloriosum uit 1572 is gebaseerd op een oude antifoon voor allerheiligen.
Het antifoon is een soort refrein dat bij aanvang van een psalm gezongen wordt en herhaald wordt na ieder vers. Het antifoon en motet eindigen met een citaat uit Openbaringen 14:4: 'Sequuntur agnum quocumque ierit’, hetgeen betekent: ‘en zij volgden het Lam, waar Hij ook gaat’.
Francisco Guerrero
Francisco Guerrero (1528-1599) was een belangrijke Spaanse componist en kapelmeester die lange tijd onbekend was doordat hij in de schaduw stond van die andere grote Spaanse componist: Tomás Luis de Victoria. Hij was lang werkzaam in de kathedraal van Sevilla met één van de meest gerenommeerde muzikale instituten van het Iberische schiereiland. In 1555 publiceerde hij hier zijn eerste bundel motetten, de Sacrae Cantiones. Via de drukpersen in Rome en Venetië kreeg Guerrero grote bekendheid zowel binnen als buiten Spanje.
In het tweede deel van de zestiende eeuw had Francisco Guerrero zoveel muzikale bronnen en faciliteiten tot zijn beschikking dat hij de mogelijkheid had meerkorige polyfone werken te componeren, zoals het hier uitgevoerde Duo Seraphim.
De twaalf stemmen in dit werk zijn verdeeld over drie koren die verspreid staan opgesteld. Deze opstelling toont aan dat Guerrero bewust gebruik maakt van ruimtelijke effecten, deels voor het contrast en deels voor behandeling van de tekst. Anderzijds zou de opstelling van de koren symbool staan voor de heilige drie-eenheid.
Hoewel het motet Ave Virgo sanctissima veel eenvoudiger geschreven is, is het één van zijn bekendste werken. Met de duidelijk hoorbare canon in de bovenstemmen is het een uitzonderlijk mooi motet. Guerrero’s polyfone werk lijkt veel op dat van zijn leermeester Cristóbal de Morales: in kleur, transparantie en lyrisch karakter. Het is spiritueel en tegelijk mystiek.
Philippe de Monte
Philippe de Monte (1521-1603) was een buitengewoon productieve componist uit de Renaissance. Hij componeerde 34 boeken met madrigalen en meer dan 1000 losse werken. Daarnaast heeft hij ook een niet minder indrukwekkend sacraal oeuvre: 38 missen, ongeveer 250 motetten en 144 madrigali spirituali. De Monte werd geboren rond Mechelen en heeft als koorknaap in de kerk van Sint Rombout gezongen. Na omzwervingen in Italië trad hij toe tot het hof van Philips II van Spanje. Rond 1550 reisde hij met een gezelschap mee naar Engeland voor het huwelijk tussen Philip II en Mary of Tudor. Daar heeft hij waarschijnlijk de Engelse componist William Byrd ontmoet. Deze ontmoeting heeft er waarschijnlijk toe geleid dat de Monte en Byrd over en weer een achtstemmig motet hebben uitgewisseld. De Monte’s Super flumina Babylonis is gebaseerd op het eerste stuk van psalm 137 waarbij de Joden treuren over hun verbanning en tocht naar Babylon.
Benjamin Britten
Benjamin Britten (1913-1976) wordt gezien als één van de veelzijdigste en beroemdste Engelse componisten uit de twintigste eeuw. Hij studeerde piano bij Harold Samuel en compositie bij Frank Bridge. Deze laatste wist zijn muzikale talent in goede banen te leiden en maakte hem bekend met muziek van Bartók, Schönberg en Berg. Dit waren onconventionele componisten om te bestuderen in het Engeland van die tijd.
Het motet Hymn to the Virgin is een vroeg werk van Benjamin Britten. Het is een heldere en poëtische lofzang op Maria, waarbij een Latijnse antifoon uit de Middeleeuwen wordt uitgevoerd door een klein koor, afgewisseld met een Engelse Anthem gezongen door het grote koor. De melodische kwaliteiten die composities van Britten vaak kenmerken, komen in dit werk in al hun eenvoud naar voren. De Latijnse en Engelse tekst zijn door Britten aaneengesmeed tot een hechte, maar gelaagde en mysterieuze muzikale structuur.
Tombe van Saint Bede
Een ander bedevaartsoord ligt in Durham. De kathedraal van Durham werd eind 11e, begin 12e eeuw gebouwd om de overblijfselen
van Sint Cuthbert (evangelist van Northumbria) en de Eerbiedwaardige Bede (een christelijke monnik) te huisvesten. Bede (673 - 735) leefde
in Jarrow bij de rivier Tyne en wordt ook wel de vader van de Engelse geschiedenis genoemd. Hij was een ijverige monnik die zich naast studeren, vertalen en schrijven bezig hield met het bestuderen van oude inscripties en het beschrijven van het dagelijkse kloosterleven. Zijn wijsheid dwong in die tijd veel respect af. Aanvankelijk is hij begraven in het klooster van Jarrow, maar in 1022 zijn zijn beenderen herbegraven in de kathedraal van Durham. In 1899 is hij heilig verklaard. Op de tombe staat de inscriptie: ‘Hac sunt in fossa Baedae Venerabilis Ossa’ (‘hier liggen de beenderen van de Eerbiedwaardige Bede’). De legende gaat dat de tekst van de inscriptie gedicteerd is door een engel.
Arvo Pärt
Morning star van Arvo Pärt (*1935) is gecomponeerd voor de kathedraal van Durham, en geïnspireerd door een inscriptie die opgehangen is boven de tombe van St. Bede. In het muzikale landschap van de laatste 30 jaar is de muziek van Arvo Pärt in bepaalde opzichten een oase. Terwijl om hem heen complexiteit en virtuositeit vaak het hoogste goed lijken, is zijn muziek een rustpunt, een toonbeeld van eenvoud en een spirituele ervaring. Morning star is hier een goed voorbeeld van.
Paul Mealor
Locus iste is gebaseerd op een Gregoriaanse voorzang ‘Locus iste a Deo factus est’, en betekent ‘Deze plek is gemaakt door God’. Deze bekende tekst is door veel componisten gebruikt om de plaats van een kerk te eren. In dit geval heeft de jonge componist Paul Mealor (*1975) uit St. Asaph in Wales dit werk gecomponeerd naar aanleiding van de viering van het 500-jarige bestaan van de King’s College chapel van de universiteit van Aberdeen. Paul Mealor is in 2011 als componist bekend geworden door zijn werk Ubi Caritas dat uitgevoerd is tijdens het huwelijk van Prins William en Catherine Middleton.
Will Todd
De jonge Engelse componist Will Todd (*1970) is geboren en getogen in Durham. Naast jazzpianist is hij een gewaardeerde en productieve componist. Zijn werk varieert van opera’s, oratoria tot werk voor koor met een klein ensemble of koor a capella. Christus est Stella is ook geïnspireerd op de tekst die boven de tombe van Bede te vinden is. Het is een werk met jubelende delen dat uiteindelijk rustig en contemplatief eindigt.
Frank van Dorsten, juni 2017