Nicolas Gombert (ca. 1500-ca.1557) Media Vita (STTTBB)
Philippe Verdelot (ca. 1520-1550) Si bona suscepimus (SATTB)
Christóbal de Morales (ca.1500-1553) Missa Si bona suscepimus (SSATTB) - Kyrie - Gloria
Eric Whitacre (*1970): I thank You God for most this amazing day (SSAATTBB)
Christóbal de Morales (ca.1500-1553): Missa Si bona suscepimus (SSATTB) -Sanctus -Benedictus
Leonhard Lechner (ca.1553-1606) Si bona suscepimus (SSATTB)
PAUZE
Rudolf Mengelberg (1892-1959) Antiphona de morte (Media Vita) (SAATBB)
Orlando Gibbons (1583-1625) O Lord, in thy wrath (SSAATB)
Herbert Howells (1892-1983) Take him, earth, for cherishing (SATB)
John Sheppard (ca.1515-1558) In pace (SAAB)
Vocaal Ensemble Multiple Voice o.l.v. Paul de Kok
Concerten:
Vrijdag 30 mei 2008, 20.15 uur - Zeist, Oude Kerk (Eerste Dorpsstraat 1) Zaterdag 7 juni 2008, 20.15 uur - Utrecht, Pieterskerk (Pieterskerkhof) Zondag 8 juni 2008, 11.45 uur - Soest, Oude Kerk (Torenstraat 1)
Programmatoelichting
‘Media vita in morte sumus...’. Midden in het leven zijn we in de dood. Deze thematiek, over de vergankelijkheid in het leven, staat centraal in ons programma. Dat 'Media vita' een thema van alle tijden is, bewijzen de vele werken die ook na de renaissance op deze beroemde tekst geschreven zijn. Als voorbeelden volstaan twee bekende koorwerken uit de barok en de romantiek: het In the midst of life uit de Funeral Sentences van Henry Purcell en het Mitten wir im Leben sind van Felix Mendelssohn. In dit programma klinken enkele van de minder bekende zettingen van de ‘Media vita’-tekst, gecombineerd met een aantal aan de thematiek verwante werken.
Het programma opent met het meesterlijke motet Media vita van Nicolas Gombert (ca. 1495 – ca. 1560), componist uit Vlaanderen en leerling van de beroemde Josquin des Prez. In dit zesstemmig motet , voor het eerst gepubliceerd in 1539, heeft Gombert een eenstemmig Gregoriaanse antifoon uit de 11de eeuw verwerkt. Gomberts streng lineaire stijl wordt gekenmerkt door een breed uitwaaierende melodie met spaarzame melismen (reeksen melodische tonen op één lettergreep), waarbij de architektuur van het stuk een toonbeeld is van grote geslotenheid. Karakteristiek hierbij is de in elkaar hakende imitatietechniek, waarbij een nieuw thema reeds in een bepaalde stemgroep gepresenteerd wordt, voordat het voorafgaande thema in de andere stemgroepen is afgesloten. Zo wordt de antifoon van het model eerst gepresenteerd in de tenorpartij, waarna de vijf overige stemgroepen op korte afstand volgen en de antifoon herhalen. Op deze wijze ontstaat een dicht geweven stemmenpatroon, dat de luisteraar ademloos tot aan het slotakkoord in zijn greep houdt.
De mis Si bona suscepimus van de Spaanse meester Cristóbal de Morales (ca. 1500 – 1553), waarvan een aantal delen wordt uitgevoerd, sluit nauw op de centrale thematiek van de vergankelijkheid aan. Deze mis werd in 1544 in Rome uitgegeven. De Morales was toen al jaren zanger in het koor van de Sixtijnse Kapel. Het is waarschijnlijk dat hij in die tijd ‘Het laatste oordeel’ van Michelangelo – de befaamde muurschildering op een van de zijwanden van de kapel – heeft zien ontstaan. Hoewel De Morales op dat moment in een omgeving werkte waar de paus een idioom van ‘Romeinse, gladde’ polyfonie eiste, is De Morales trouw gebleven aan zijn eigen, meer mystieke Spaanse stijl, die geworteld was in het strenge Spaanse katholicisme.
Het muzikale materiaal van de mis Si bona suscepimus is ontleend aan een bestaand koorwerk van een andere componist, het motet Si bona suscepimus dat de Fransman Philippe Verdelot (ca. 1520 – 1550) twintig jaar eerder componeerde (1526). Basis voor diens vijfstemmige motet is een citaat uit het Boek Job (v. 2-10): ‘Zouden wij het goede van God ontvangen, en het kwade niet ontvangen?’ Deze uitdagende woorden hebben Verdelot geïnspireerd tot het schrijven van een uiterst transparant werk, waarin de herhaaldelijk terugkerende tekst: ‘Dominus dedit, Dominus abstulit’(de Heer geeft, de Heer neemt), fungeert als het centrale motto.
De Morales analyseerde het werk van Verdelot en vond daarin een rijkdom aan herkenbare muzikale motieven. Hij heeft om zijn eigen mis de sobere partituur van Verdelot uitgewerkt, versieringen aangebracht, de imitaties geïntensiveerd en de polyfonie verder uitgesponnen. Reeds bij de introductie van het eerste thema, in het Kyrie, is te horen hoe handig De Morales dit thema van het motet van Verdelot verwerkt en uitspint: de oorspronkelijke tonen zijn nog wel te horen, maar zijn nu ingebed in een complexe polyfone structuur.
Puur en expressief, een afwisseling van climax en anti-climax, momenten van extase. Het zijn kernwoorden en karakteristieken die vermeld worden bij het omschrijven van de muziek van de Amerikaan Eric Whitacre (*1970). Zijn composities munten uit in mooie tekstzettingen, verrassende harmonieëen en modulaties. I thank you God for most this amazing day uit 1999 is een compositie die gebaseerd is op de dichtbundel ‘Three songs of Faith’ van de dichter E.E. Cummings. De rijkdom van de natuur en het wonder van de ontluikende nieuwe dag, en van het leven, zijn de inspiratiebronnen voor dit gedicht. Bij de compositie van het stuk heeft Whitacre gebruik gemaakt van toonzettingen, waarbij woorden als ‘You’, ‘God’, sprankelen..... alsof het licht wordt.
Leonard Lechner (ca. 1553 – 1606) was zonder twijfel één van de beste leerlingen van Orlandus Lassus. Het oeuvre van Lechner bevat Duitse liederen, madrigalen en motetten. Zijn stijl sluit duidelijk aan bij die van de Vlaamse polyfonisten, maar er zijn ook Italiaanse invloeden te vinden. Zijn zesstemmige motet Si bona suscepimus bestaat uit twee delen, die allebei in een meer homofone zetting eindigen op dezelfde tekst. Prachtig verstild is in het tweede deel de muzikale behandeling van de tekst: ‘Nudus egressus sum ....’ (Naakt ben ik geboren). Opvallend is ook de achtmaal terugkerende tekst ‘Fiat voluntatis Domini’ (De wil van de heer geschiede) van de tweede sopraanpartij, die als een rode draad door het motet is heengeweven.
De twintigste eeuwse zetting van ‘Media vita’ in Antiphona de morte, gecomponeerd door de Duits-Nederlandse componist Rudolf Mengelberg (1892 – 1959) is veel minder bekend. Reeds op jeugdige leeftijd begon deze Mengelberg met componeren. Hij woonde lang in Nederland: eerst om compositie te studeren, o.a. bij zijn beroemde oom Willem Mengelberg, later was hij als artistiek leider verbonden aan het Amsterdamse Concertgebouworkest. Zijn debuut maakte hij met liederen en kamermuziek. Het vocale element bleef in zijn oeuvre prevaleren, waarbij hij vooral door religieuze thema’s werd geïnspireerd. In de Tweede Wereldoorlog bleef Mengelberg componeren. De Antiphona de morte is een kort romantisch werk, dat in 1943 werd gecomponeerd en is opgedragen aan Felix de Nobel en het Nederlands Kamerkoor. Uit de keuze voor juist de ‘Media vita’-tekst blijkt duidelijk Mengelbergs engagement met de tragiek van die dagen. In dit stuk verklankt hij vooral de angst en boosheid, maar ook de hoop.
Orlando Gibbons (1583-1625) was een beroemd Engelse componist uit de Gouden Eeuw van de Engelse muziek. Gibbons componeerde veel kerkmuziek en zijn anthems behoren tot de klassiekers van het Anglicaanse repertoire. Voor de anthem O Lord, in thy wrath heeft hij gebruik gemaakt van Psalm 6, een van de boetepsalmen, met de pakkende tekst: ‘O Heer, straf mij niet in uw toorn, en kastijd mij niet met uw grimmigheid’. In deze psalmzetting schept hij een sfeer van boetedoening door zijn effectieve gebruik van dissonanten en door een transparante structuur met lange melodische lijnen. Iedere stemgroep leidt de luisteraar door de psalmtekst naar de redding: ‘Heer, red mijn ziel; verlos mij, omwille van Uw goedertierenheid’.
Een zeer persoonlijke invulling van het thema van ons programma gaf de Engelse componist Herbert Howells (1892 – 1983). Zijn motet Take him, earth, for cherishing componeerde Howells in november 1963, vlak na de moord op de Amerikaanse president John F. Kennedy. Net als in het Requiem uit 1933 is hierin, dertig jaar na het drama van het plotseling overlijden van zijn zoontje, wederom de aangrijpende dood van een jonge persoon de aanleiding voor zijn compositie. Dit motet, één van de beste koorwerken van Howells, is gebaseerd op de Hymnus circa exsequias defuncti, een gedicht van Prudentius (een dichter uit de vierde eeuw na Christus). Het is een helder opgezet, kleurrijk stuk met aangrijpende harmoniëen. De eenvoudige opening in unisono met het repeterende ‘Take him, earth, for cherishing’ evolueert in harmonie en snelheid tot een deel waarin het ‘Uur U’ wordt aangekondigd met ‘comes the hour that God hath appointed’. Met het majestueuze ‘Take, O take him, mighty Leader’ wordt het doel van de voorgaande delen duidelijk en volgt de uiteindelijke verlossing in het majeur akkoord waarmee het motet eindigt: de gevreesde dood wordt overwonnen en de poort naar het eeuwige licht staat open.
Met In pace in idipsum heeft John Sheppard (ca. 1520 – 1558) een klein meesterwerk geschreven. Sheppard was een succesvol man. Hij was ‘Master of Choristers’ van het prestigieuze Magdalen College in Oxford. Vervolgens werd hij ‘Gentleman of the Chapel Royal’ aan het hof van Edward VI. Net als in het Bijbelboek Job werd zijn succesvolle carrière ineens onderbroken door rampspoed: de componist zat een tijdlang als verdachte gevangen. De Latijnse hymnes en responsoriae van Sheppard, waaronder waarschijnlijk ook het onderhavige In pace, dateren uit de periode van na zijn terugkeer in Oxford. Het is een motet dat gekenmerkt wordt door meesterlijke eenvoud, met af en toe een onverwachte wending. De vredige sfeer, die in deze compositie wordt geschapen, doet recht aan haar titel.
Van Gombert tot Whitacre, van de vroege 16de eeuw tot de late 20ste eeuw, Media vita is een thema van alle tijden. Tijdloze vergankelijkheid……?